top of page
Foto van schrijverNiels Normon

De meest voorkomende ziekten bij krombekken


Bij aankoop van nieuwe krombekken is het zeer nuttig om deze te laten controleren bij een vogeldierenarts. Door een grondig klinisch onderzoek, mestonderzoek en staalname voor testen op de meest voorkomende infectieuze aandoeningen kunnen zeer veel problemen voorkomen worden. Uiteraard willen we voorkomen dat je ziekte introduceert bij je reeds aanwezige vogels.


Onderstaand kan u een korte oplijsting vinden van de meest voorkomende virale ziekten en bacteriën bij krombekken.


Viraal:

  • Herpesvirus

Herpesvirus type 1 bij krombekken wordt ook de ziekte van Pacheco genoemd en komt meer voor bij papegaaien dan parkieten. Het virus wordt oraal opgenomen en uitgescheiden via de mest en faryngale secreten (vanuit de keel). Afhankelijk van de gevoeligheid kan het ziekteverloop van acuut (zeer snel) tot chronisch verlopen.


In het acuut verloop is er vaak 100% sterfte, soms voorafgegaan door een kort ziektebeeld van braken en bloederige mest. Het chronisch verloop zien we vooral bij minder gevoelige soorten. Meestal is er niets te zien aan deze dieren, maar zijn ze wel drager van het virus en zorgen ze voor infectie van andere vogels. In dit geval spreken we van latente dragers (dragers zonder symtomen). Via screening kunnen we deze vogels binnen een bestand opsporen. Het opsporen van het virus zelf gebeurt door het nemen van PCR stalen (pluimen/bloed/swabs). De typische letsels op autopsie zijn levernecrose en hemorragische enteritis (= bloederige darmontsteking).

  • Polyomavirus

Van het polyomavirus zijn er twee types die frequent voorkomen bij krombekken. De eerste is het Budgerigar fledgling disease, dat voornamelijk bij grasparkieten voorkomt. Het tweede type is het polyomavirus die vooral bij andere soorten krombekken voorkomt.


Budgerigar fledgling disease is ook gekend in de volksmond onder de naam "kruipers" of "franse rui". Bij grasparkieten zijn vaak de ouders besmet met het virus zonder ziekte-symptomen te vertonen. Zij scheiden het virus uit via mest en vederstof. Ze kunnen de jongen ook besmetten via het azen. Infectie van jonge vogels gebeurt door het virus oraal op te nemen. Jongen jonger dan 4 weken oud ontwikkelen letsel en symptomen na infectie. Zijn ze ouder dan is er infectie zonder symptomen en ontstaan er opnieuw dragers van het virus. Afhankelijk van de infectiegraad en immuniteit van het jong kan er een acuut tot chronisch verloop zijn van de ziekte. Tijdens het acuut verloop kan het volgende gezien worden: gezwollen buik, donkerrood verkleurde huid (bloedingen), verminderde activiteit, diarree en hartproblemen. Overleven de jongen dan is er een chronisch verloop dat een slechte prognose heeft.



Polyoma bij andere psittacivormes is gelijkaardig als bij de grasparkiet. Er zijn dragers van het virus die het virus uitscheiden waardoor andere vogels geïnfecteerd geraken. Een groot verschil is wel dat alle leeftijden gevoelig zijn en het virus voornamelijk de nieren aantast. De symptomen bij een acuut verloop zijn algemeen ziek zijn, bloedingen, pootverlamming, diarree en polyurie (veel water in de mest).

  • Circovirus

Cirovirus bij krombekken is meer bekend onder de naam van PBFD, Psittacine Beak and Feather Disease. Zoals bij herpes komt het meer voor bij papegaaien dan parkieten en de kaketoe is het gevoeligst hiervoor. Circo wordt via kropsecreet, vederstof en mest uitgescheiden en oraal opgenomen. Daarna zal het zich verspreiden naar de afweerorganen zoals de Bursa van Fabricius en de thymus. Bijkomend zal het virus ook de vederfollikels en keratinevormende cellen infecteren. Omdat de incubatie (= periode tussen opname en eerste symptomen) lang is, van 1 week tot 1,5 jaar, treden symptomen meer op bij oudere vogels op. De symptomen zijn sterfte bij nestjongen, algemeen ziek zijn, verminderde poederdons, vederafwijkingen, uitvallen van veren en huidproblemen. Bij de kaketoe zijn er bijkomend bek- en nagelafwijkingen. Er wordt aangeraden positieve vogels strikt te isoleren van andere vogels.

Het opsporen gebeurt ook via PCR stalen (bloed en veren) te nemen.


  • Bornavirus

Het Bornavirus is gelinkt met het kliermaag-dilatatie syndroom. Vaak zijn er meerdere kiemen en omgevingsfactoren die een rol spelen in het tot uiting komen van de ziekte. Eén van de oorzaken is het Bornavirus. Het virus tast vooral de zenuwen aan in het spijsverteringskanaal. Hierdoor zetten de slokdarm en kliermaag sterk uit. De symptomen zijn dan sterk gelinkt met het maagdarmstelsel; braken, diarree, vermageren en onverteerde zaden in mest. In uitzonderlijke gevallen zien we enkel zenuwsymptomen.


Bacteriën:

  • Chlamydia

Chlamydia psittaci is een bacterie die zich enkel in de cellen van het vogellichaam vermeerdert. Buiten de cellen is het niet actief en zeer resistent aan omgevingsfactoren (zoals bijvoorbeeld ontsmettingsmiddelen). In de omgeving kan het tot 6 maanden infectieus blijven. De uitscheiding gebeurt via de mest of ademhalingssecreten en infectie gebeurt via orale opname of inhalatie. De symptomen die kunnen optreden zijn; diarree, algemeen ziek zijn, ademhalingsproblemen, zenuwstoornissen, milt- en leverproblemen. Een belangrijke opmerking is dat er verschillende serotypes bestaan waarbij sero-type A ook de mens kan besmetten. Daarom zijn hygiënische maatregelen en screening van groot belang. Deze bacterie wordt opgespoord door PCR stalen (bloed, veren en cloaca) te nemen.


Schimmels/gisten:


Schimmels en gisten komen vooral voor bij jonge of verzwakte vogels. In normale omstandigheden zullen deze kiemen niet veel schade of last toe brengen aan een gezonde vogel. Het is vaak een secundaire infectie bij kropstase. Er ontstaat een stilstand of vertraging van de kroplediging wat ideale omstandigheden zijn voor schimmelgroei.. De krop begint te verzuren en versterkt de kropstase waardoor een vicieuze cirkel ontstaat. 


De meest voorkomende schimmel en gist zijn Megabacterie (Macrorhabdus ornitogaster) en Candida albicans.  Deze kiemen zorgen voor problemen ter hoogte van de krop en het maag-darmstelsel. Symptomen zijn vermageren, verminderde eetlust, verzuring van de krop, braken, diarree of onverteerde zaden.


Een andere belangrijke schimmel bij krombekken is Aspergillose. Een Aspergillose-infectie ontwikkelt zich meestal bij verzwakte dieren. Dit zijn dieren die een verlaagde immuniteit hebben of gevoelige luchtwegen. Een oorzaak van verzwakking kan voorbeeld zijn bij chronische irritatie van de luchtwegen door rook of eenzijdige voeding zoals zonnebloempitten (lage hoeveelheid vitamine A leidt tot verzwakking van de wand van de luchtwegen).


In een van bovenstaande gevallen kan de schimmel beginnen groeien in de luchtzakken/longen. Op het eerste zicht zal er niet veel te zien zijn aan de vogel. Soms eens hoesten, maar niet frequent. Naarmate de infectie zich verspreidt zullen de hoestbuien toenemen en erger worden. Daarom is het van belang dit vroeg op te sporen. De beste preventie is zorgen voor een goede omgeving en een uitgebalanceerde voeding.



We hebben de meest voorkomende en besmettelijke ziekten bij de krombekken kort besproken. Het is dan ook zeker aan te raden uw vogel(s) in belangrijke periodes (bij aankoop, bij symptomen,...) te testen op deze ziekten. Zo kunnen we vlug ingrijpen en kan er gepast behandeld worden, wat de grootste kans op herstel geeft.


Bij vragen; contacteer uw dierenarts.



1.094 weergaven

Recente blogposts

Alles weergeven
bottom of page